NJ 2018/188
Consumentenbescherming. Toepasselijk recht. Verhouding Verordening ‘Rome I’ en ‘Rome II’ tot consumentenbeschermende richtlijnen. Gegevensbescherming. Oneerlijke bedingen. Rechtskeuzebeding in met consument gesloten overeenkomst dat niet verwijst naar bescherming van consument op grond van art. 6 lid 2 Verordening ‘Rome I’.
HvJ EU 28-07-2016, ECLI:EU:C:2016:612, m.nt. Th.M. de Boer (Verein für Konsumenteninformation)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
28 juli 2016
- Magistraten
L. Bay Larsen, D. Švaby, J. Malenovský, M. Safjan, M. Vilaras
- Zaaknummer
C-191/15
- Conclusie
A-G H. Saugmandsgaard Øe
- Noot
Th.M. de Boer
- Roepnaam
Verein für Konsumenteninformation
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154379:1
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2016:612, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 28‑07‑2016
ECLI:EU:C:2016:388, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2016
- Wetingang
Verordening (EG) nr. 593/2008 (‘Rome I’); Verordening (EG) nr. 864/2007 (‘Rome II’); art. 3 lid 1 Richtlijn 93/13/EEG (oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten); art. 4 lid 1 sub a Privacyrichtlijn 1995 (Richtlijn 95/46/EG); Richtlijn 2009/22/EG (staken van inbreuken op consumentenbescherming)
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 9 april 2015.
Consumentenbescherming. Toepasselijk recht. Verhouding Verordening ‘Rome I’ en ‘Rome II’ tot consumentenbeschermende richtlijnen. Gegevensbescherming. Oneerlijke bedingen. Rechtskeuzebeding in met consument gesloten overeenkomst dat niet verwijst naar bescherming van consument op grond van art. 6 lid 2 Verordening ‘Rome I’.