NJ 2003, 112
Algemene voorwaarden; samenloop regeling inzake onredelijk bezwarend beding met die inzake beperkende werking redelijkheid en billijkheid.
HR 14-06-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE0659, m.nt. J. Hijma (Bramer/Hofman Beheer)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juni 2002
- Magistraten
R. Herrmann, A.E.M. van der Putt-Lauwers, J.B. Fleers, A.G. Pos, P.C. Kop
- Zaaknummer
C00/315HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
J. Hijma
- LJN
AE0659
- Roepnaam
Bramer/Hofman Beheer
- JCDI
JCDI:ADS143145:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE0659, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑06‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE0659, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2002
- Wetingang
BW art. 6:233; BW art. 6:248
Essentie
Algemene voorwaarden; samenloop regeling inzake onredelijk bezwarend beding met die inzake beperkende werking redelijkheid en billijkheid.
Dat de rechtsgevolgen van de bepaling van art. 6:233 sub a BW inzake onredelijk bezwarende bedingen en van de bepaling van art. 6:248 lid 2 BW inzake de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid met betrekking tot een feitencomplex niet naast elkaar zullen kunnen worden ingeroepen (geen cumulatie), brengt niet mee dat hier zou moeten worden afgeweken van het algemeen geldende uitgangspunt dat, indien verschillende bepalingen voor toepassing op één feitencomplex in aanmerking komen en cumulatie niet mogelijk is, aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.