NJ 2022/204:Financieel recht. Consumentenrecht. Algemene voorwaarden. Wijzigingsbeding voor opslag op variabele Euribor-rente bij hypothecaire geldlening. Oneerlijk beding?; moment en wijze van toetsing; Bijlage bij Richtlijn 1993/13/EEG; motiveringsplicht; transparantievereiste. Herziening beding; uitoefeningscontrole (art. 6:248 lid 2 BW); betekenis HR 29 april 2016, NJ 2018/41 (SEBA/Amsterdam I). Toetsing wijzigingsbeding; betekenis gedragsregels toezichtswetgeving; Bijlage bij Richtlijn 93/13 punten 1.j) en 2.b), eerste alinea.

NJ 2022/204

Financieel recht. Consumentenrecht. Algemene voorwaarden. Wijzigingsbeding voor opslag op variabele Euribor-rente bij hypothecaire geldlening. Oneerlijk beding?; moment en wijze van toetsing; Bijlage bij Richtlijn 1993/13/EEG; motiveringsplicht; transparantievereiste. Herziening beding; uitoefeningscontrole (art. 6:248 lid 2 BW); betekenis HR 29 april 2016, NJ 2018/41 (SEBA/Amsterdam I). Toetsing wijzigingsbeding; betekenis gedragsregels toezichtswetgeving; Bijlage bij Richtlijn 93/13 punten 1.j) en 2.b), eerste alinea.

Documentgegevens:

HR 22-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1830, m.nt. Jac. Hijma

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 22 november 2019
Magistraten: Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
Zaaknummer: 18/01151
Conclusie: A-G mr. M.H. Wissink
Noot: Jac. Hijma
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS653274:1
Vakgebied(en): Goederenrecht / Zekerheidsrechten
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2019:1830, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:346, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑04‑2018
Wetingang: Art. 6:233 onder a, art. 6:236 onder i, art. 6:238 lid 2, art. 6:248 lid 2 BW; art. 3, 5, Bijlage punt 1.j, Bijlage punt 2.b Richtlijn 1993/13/EEG

Essentie

Financieel recht. Consumentenrecht. Algemene voorwaarden. Wijzigingsbeding voor opslag op variabele Euribor-rente bij hypothecaire geldlening. Oneerlijk beding?; moment en wijze van toetsing; Bijlage bij Richtlijn 1993/13/EEG; motiveringsplicht; transparantievereiste. Herziening beding; uitoefeningscontrole (art. 6:248 lid 2 BW); betekenis HR 29 april 2016, NJ 2018/41 (SEBA/Amsterdam I). Toetsing wijzigingsbeding; betekenis gedragsregels toezichtswetgeving; Bijlage bij Richtlijn 93/13 punten 1.j) en 2.b), eerste alinea.

Samenvatting

Bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van een contractueel beding moet worden uitgegaan van het moment waarop de betrokken overeenkomst is gesloten, rekening houdend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.