Rolbeslissing over geheimhouding in beklagprocedure over EOB.

Documentgegevens:

HR 07-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1227

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 7 juli 2020
Magistraten: Mr. A.L.J. van Strien
Zaaknummer: 19/03850 Br
Conclusie: A-G mr. T.N.B.M. Spronken
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2020:1968, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1227, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:679, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑02‑2020
Wetingang: Art. 23, 552a, 5.4.10 Sv; art. 14, 19 Richtlijn 2014/41/EU betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken; art. 4.3.6.3 Procesreglement HR

Essentie

Rolbeslissing over geheimhouding in beklagprocedure over EOB.

Het verzoek van het OM om geheimhouding van een EOB van 11 april 2019 met eventuele onderliggende stukken en eventuele aanvullende onderzoeksbevelen, wordt toegewezen. Het verzoek om geheimhouding van in de cassatieprocedure opgemaakte stukken wordt afgewezen. T.a.v. de nog op te maken stukken zal de rolraadsheer dit per geval beoordelen. Nadere overwegingen van de HR over de (procedure m.b.t. de) geheimhouding/kennisneming van stukken.

Samenvatting

Ter uitvoering van een EOB van de Franse justitiële autoriteiten is onder de belanghebbenden administratie in beslag genomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.