Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/882
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Procesrecht. Ontbinding arbeidsovereenkomst. Verzoek herroeping op grond van bedrog; art. 382, onder a, Rv.
HR 10-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1263
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/03099
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1263, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:118, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑02‑2020
Partij(en)
[de werkneemster], wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot cassatie, hierna: [de werkneemster], advocaat: E.J.H. Zandbergen, tegen WONINGSTICHTING VECHTDAL WONEN, gevestigd te Ommen, VERWEERSTER in cassatie, hierna: BWV, advocaat: N.T. Dempsey.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
In deze zaak is op grond van ‘bedrog’ herroeping verzocht van een beschikking in hoger beroep in een procedure tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De gewezen werkneemster stelt dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.