Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/884
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. IPR. Bevoegdheid Nederlandse rechter. Gewone verblijfplaats minderjarige. Zorgregeling. Samenhang met zaak 19/01794.
HR 10-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1266
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
19/04641
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1266, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:321, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. IPR. Bevoegdheid Nederlandse rechter. Gewone verblijfplaats minderjarige. Zorgregeling. Samenhang met zaak 19/01794.
Partij(en)
[de moeder], wonende te [woonplaats], België, VERZOEKSTER tot cassatie, hierna: de moeder, advocaat: H.J.W. Alt, tegen [de vader], wonende te [woonplaats], VERWEERDER in cassatie, hierna: de vader, advocaat: J. van Duijvendijk-Brand.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P. Vlas:
1. Feiten en procesverloop
1.1
In cassatie kan, kort samengevat, van het volgende worden uitgegaan.2.De vader en de moeder hebben de Nederlandse nationaliteit. Zij hebben met elkaar een affectieve relatie gehad tot eind oktober 2017. Zij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.