Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/902
Mishandeling, begaan tegen zijn kind, meermalen gepleegd. Middelen richten zich tegen de motivering van de strafoplegging, waaronder de duur van de proeftijd van 5 jaar verbonden aan het voorwaardelijk deel van opgelegde gevangenisstraf (art. 14b.2 Sr). HR: art. 81.1 RO.
HR 07-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1201
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
18/05504
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1201, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:515, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2020
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/05504
Datum 7 juli 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 12 december 2018, nummer 22/005476-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971,
hierna: de verdachte.