Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/900
Was Rb. Leeuwarden bevoegd kennis te nemen van ontnemingsvordering in e.a. en is Hof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, in h.b. bevoegd, nu in strafzaak Rb. Rotterdam oorspronkelijk bevoegde gerecht was en Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen per 1 januari 2013 is vervallen? HR: art. 81.1 RO.
HR 07-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1212
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/05099
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1212, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:337, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑04‑2020
Essentie
Was Rb. Leeuwarden bevoegd kennis te nemen van ontnemingsvordering in e.a. en is Hof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, in h.b. bevoegd, nu in strafzaak Rb. Rotterdam oorspronkelijk bevoegde gerecht was en Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen per 1 januari 2013 is vervallen? HR: art. 81.1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/05099 P
Datum 7 juli 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 november 2018, nummer 21/005652-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.