Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/1140
Ondervragingsrecht. Falende klacht over gebruik getuigenverklaring voor het bewijs. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 10-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2572
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
10 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/05585
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2572, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 10‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1022, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2017
Essentie
Ondervragingsrecht. Falende klacht over gebruik getuigenverklaring voor het bewijs. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 8 november 2016, nummer 22/004588-14, in de strafzaak tegen: [verdachte], adv.: mr. M.E. van der Werf, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. De verdachte is bij arrest van 8 november 2016 door het hof Den Haag wegens 1. “doodslag” en 2. “handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.