RvdW 2022/1064
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Partneralimentatie. Tijdens mondelinge behandeling van voorlopige voorziening tussen partijen gesloten overeenkomst over door de man te betalen maandelijks bedrag aan partneralimentatie voor duur van bodemprocedure, die rechtbank overneemt in uitspraak over verzochte voorlopige voorziening. Kon in bodemprocedure lager bedrag aan partneralimentatie worden vastgesteld met veroordeling vrouw tot terugbetaling van het teveel ontvangene? Draagkracht en behoefte; motivering.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 november 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
21/04706
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Alimentatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1604, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:611, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑06‑2022
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Personen- en familierecht. Partneralimentatie. Tijdens mondelinge behandeling van voorlopige voorziening tussen partijen gesloten overeenkomst over door de man te betalen maandelijks bedrag aan partneralimentatie voor duur van bodemprocedure, die rechtbank overneemt in uitspraak over verzochte voorlopige voorziening. Kon in bodemprocedure lager bedrag aan partneralimentatie worden vastgesteld met veroordeling vrouw tot terugbetaling van het teveel ontvangene? Draagkracht en behoefte; motivering.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN CIVIELE KAMER Nummer 21/04706 Datum 11 november 2022 BESCHIKKING In de zaak van [de vrouw], wonende te [woonplaats], VERZOEKSTER tot ...