Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 768
HR, 01-07-2008, nr. 00703/07
HR 01-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC7913
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juli 2008
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00703/07
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
BC7913
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC7913, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC7913, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑05‑2007
- Wetingang
Sv art. 407
Essentie
Nu de appelakte geen beperking inhoudt van het door de OvJ ingestelde beroep, geeft `s Hofs oordeel dat op grond van de appelschriftuur het hoger beroep moet worden opgevat als te zijn beperkt tot één tenlastegelegd feit, blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 21 juli 2006, nummer 21/003218-06 (voorheen 21/000749-06a), in de strafzaak tegen: F. V.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft de Officier van Justitie niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep tegen een vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.