HR, 08-07-2008, nr. 07/10063

Documentgegevens:

HR 08-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC7418

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 8 juli 2008
Magistraten: Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
Zaaknummer: 07/10063
Conclusie: wnd. A-G Bleichrodt
LJN: BC7418
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Internationaal strafrecht (V)
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
Materieel strafrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:PHR:2008:BC7418, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC7418, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑11‑2007
Wetingang: WOS art. 10; WOS art. 9; WOS art. 8; WOS art. 3; Rode Kruis-Verdrag IV art. 147; Rode Kruis-Verdrag IV art. 146; Rode Kruis-Verdrag IV art. 3; Sr art. 8; GW art. 94

Essentie

Vervolg op Hof 's‑Gravenhage 29 januari 2007, NJFS 2007, 107. Vervolging ter zake foltering en het toelaten dat aan verdachte ondergeschikten de wetten en gebruiken van de oorlog hebben geschonden in Afghanistan in de jaren ’80.

1. Handelen in strijd met art. 3 van het Vierde Rode Kruis Verdrag betreffende de bescherming van burgers in oorlogstijd (Verdrag) levert het misdrijf van art. 8 Wet Oorlogsstrafrecht (WOS) op, waarvoor de Nederlandse rechter universele rechtsmacht heeft.

2. De uitsluiting van de verjaring van art. 10 lid 2 WOS geldt ook voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.