Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 732
HR, 11-07-2008, nr. R07/115HR
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0667
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R07/115HR
- Conclusie
A-G Wesseling-van Gent
- LJN
BD0667
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0667, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0667, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑06‑2007
- Wetingang
Rv Ned. Antillen (oud) art. 264; Rv Ned. Antillen art. 264; Landsverordening Overgangsrecht art. 10, 11 en 11a; Landsverordening Aanpassing art. VI en XII
Essentie
Antilliaanse zaak. Ontvankelijkheid hoger beroep; beroepstermijn; oud of nieuw recht ingeval na 1 augustus 2005 uitspraak is gedaan?; overgangsrecht.
Volgens vaste — en juiste — rechtspraak van het Gemeenschappelijk Hof heeft art. 11 van de Landsverordening Overgangsrecht — inhoudende dat gedingen die aanhangig zijn gemaakt vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het nieuwe Antilliaanse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (1 augustus 2005) geheel worden afgedaan met toepassing van het voordien geldende procesrecht voorzover niet anders is bepaald — geen betrekking op de toepasselijke beroepstermijn en geldt overeenkomstig de bedoeling van de wetgever de nieuwe beroepstermijn van art. 264 RvNA ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.