Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/518
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op geldbedrag (€ 2.570) in vaas in woonkamer onder broer van klager t.z.v. verdenking van handel in cocaïne en heroïne, waarna broer is veroordeeld. 1. Had Rb ex art. 552a lid 5 (tweede volzin) Sv moeder van klager als belanghebbende in kennis moeten stellen van behandeling van klaagschrift in raadkamer? 2. Kon Rb oordelen dat klager t.a.v. geldbedrag niet redelijkerwijs als rechthebbende kan worden beschouwd? HR: art. 81 lid 1 RO. CAG gaat in op ontvankelijkheid cassatieberoep (beslag is niet beëindigd ex art. 134 lid 2 sub b Sv).
HR 18-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:547
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
20/04205
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:547, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:271, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2023
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op geldbedrag (€ 2.570) in vaas in woonkamer onder broer van klager t.z.v. verdenking van handel in cocaïne en heroïne, waarna broer is veroordeeld. 1. Had Rb ex art. 552a lid 5 (tweede volzin) Sv moeder van klager als belanghebbende in kennis moeten stellen van behandeling van klaagschrift in raadkamer? 2. Kon Rb oordelen dat klager t.a.v. geldbedrag niet redelijkerwijs als rechthebbende kan worden beschouwd? HR: art. 81lid 1 RO. CAG gaat in op ontvankelijkheid cassatieberoep (beslag is niet beëindigd ex art. 134 lid 2 sub b ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.