Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/539
Profijtontneming, w.v.v. uit medeplegen bedrieglijke bankbreuk. Kon hof volstaan met constatering dat redelijke termijn in hoger beroep is overschreden? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 18-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:628
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 april 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
21/04689
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:628, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:448, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2023
Essentie
Profijtontneming, w.v.v. uit medeplegen bedrieglijke bankbreuk. Kon hof volstaan met constatering dat redelijke termijn in hoger beroep is overschreden? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/04689 P
Datum 18 april 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 oktober 2021, nummer 21-000976-16, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1965,
hierna: de betrokkene.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Keulen:
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij arrest van 29 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.