Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/515
Bij vaststelling wederrechtelijk verkregen voordeel ten onrechte betrokken de opbrengst van cocaïne waarvan betrokkene is vrijgesproken. Enkele voorhanden hebben cocaïne genereert nog geen voordeel.
HR 18-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:631
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/02907
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:631, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:267, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑08‑2022
- Wetingang
Essentie
Bij de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ten onrechte betrokken de opbrengst van de verkoop van partijen cocaïne waarvan betrokkene in de strafzaak is vrijgesproken. Uit het enkele voorhanden hebben van cocaïne kan niet worden afgeleid dat wederrechtelijk voordeel is verkregen.
Samenvatting
- 1.
Betrokkene is in de strafzaak veroordeeld voor (medeplegen van) de verkoop van 41 kilo cocaïne en vrijgesproken van verkoop van de overige in de tenlastelegging aangeduide hoeveelheden, voor zover die het genoemde totaal van 41 kilo te boven gaan. In de onderhavige ontnemingszaak heeft het hof vastgesteld dat betrokkene en zijn mededader in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.