Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/508
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Verschuldigdheid contractuele boete.
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:654
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, S.J. Schaafsma, K. Teuben
- Zaaknummer
22/01997
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:654, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:319, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2023
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Verschuldigdheid contractuele boete.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/01997
Datum 21 april 2023
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiseres 2],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: J.P. van den Berg,
tegen
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerster 2],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: Opheikens c.s.,
advocaten: R.P.J.L. Tjittes en H. Boom.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Assink:
1. Feiten
1.1
In rov. 3.2-3.53 van het bestreden arrest van 1 maart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.