Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/493
Arbitrage. Procesrecht. Bilateraal investeringsverdrag. Onbevoegdverklaring scheidsgerecht wegens ontbreken geldige overeenkomst tot arbitrage (art. 1052 lid 5, eerste volzin, Rv, art. 1052 lid 5 (oud) Rv). Vernietiging op voet art. 1065 Rv?
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:636
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/01710
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:636, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:809, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2021
- Wetingang
Art. 1052 lid 5 eerste volzin Rv; art. 1052 lid 5 (oud) Rv
Essentie
Arbitrage. Procesrecht. Bilateraal investeringsverdrag. Onbevoegdverklaring scheidsgerecht wegens ontbreken geldige overeenkomst tot arbitrage (art. 1052 lid 5, eerste volzin, Rv, art. 1052 lid 5 (oud) Rv). Vernietiging op voet art. 1065 Rv?
Samenvatting
Uit de toelichting bij art. 1052 lid 5 (oud) Rv en art. 1065 lid 1 (oud) Rv blijkt dat de onbevoegdverklaring wegens het ontbreken van een geldige overeenkomst tot arbitrage door een scheidsgerecht betekent dat de gewone rechter bevoegd is van de zaak kennis te nemen en dat dit (een vordering tot) vernietiging van die beslissing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.