Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/522
Profijtontneming, w.v.v. uit mensenhandel. 1. Vaststelling w.v.v. begrijpelijk gelet op bewijsklachten hoofdzaak? 2. Redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof in ontnemingszaak volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden gelet op strafvermindering in strafzaak? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 18-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:607
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 april 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
21/02290
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:607, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:251, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2023
Essentie
Profijtontneming, w.v.v. uit mensenhandel. 1. Vaststelling w.v.v. begrijpelijk gelet op bewijsklachten hoofdzaak? 2. Redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof in ontnemingszaak volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden gelet op strafvermindering in strafzaak? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/02290 P
Datum 18 april 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 mei 2021, nummer 21-004265-16, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste
van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.