Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/513
Rechtbank heeft ten onrechte niet beslist op verzoek aanhouding in raadkamerprocedure.
HR 18-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:615
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 april 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
21/04842
- Conclusie
A-G mr. P.M. Frielink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:615, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:273, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑02‑2022
- Wetingang
Essentie
Rechtbank heeft ten onrechte niet beslist op gemotiveerd verzoek tot aanhouding in raadkamerprocedure.
Samenvatting
In de wettelijke regeling van de raadkamerprocedure wordt geen rechtsgevolg verbonden aan het verzuim te beslissen op een verzoek tot aanhouding van de behandeling in raadkamer. Het ontbreken van zo’n beslissing kan echter onder omstandigheden vanwege strijd met de goede procesorde wel een grond opleveren voor vernietiging van de beschikking van de rechtbank. Bij de beoordeling of daarvan sprake is, is met name van belang of het verzoek is gemotiveerd en zo ja, op welke gronden het berust. De rechtbank heeft geen beslissing genomen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.