RvdW 2022/1096
Verordening Brussel I. Erkenning van een in een andere lidstaat gegeven beslissing. Grond voor niet-erkenning als bedoeld in art. 34, punt 3 (onverenigbaarheid met een in de aangezochte lidstaat gegeven beslissing); omstandigheden waaronder een in een lidstaat gegeven rechterlijke beslissing waarin een arbitraal vonnis wordt overgenomen niet in de weg kan staan aan de erkenning van een in een andere lidstaat gegeven rechterlijke beslissing. Grond voor niet-erkenning als bedoeld in art. 34, punt 1 (strijdigheid met de openbare orde); voorwaarden.
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
20 juni 2022
- Magistraten
K. Lenaerts, L. Bay Larsen, K. Jürimäe, C. Lycourgos, E. Regan, I. Jarukaitis, N. Jääskinen, M. Ilešič, J.-C. Bonichot, M. Safjan, A. Kumin, L. Arastey Sahún, M. Gavalec, Z. Csehi, O. Spineanu-Matei
- Zaaknummer
C-700/20
- Conclusie
A-G A.M. Collins
- Roepnaam
London Steam-Ship Owners’ Mutual Insurance Association
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2022:488, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 20‑06‑2022
ECLI:EU:C:2022:358, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 05‑05‑2022
- Wetingang
Art. 34 Verordening (EG) nr. 44/2001 (Verordening Brussel I)
Essentie
London Steam-Ship Owners’ Mutual Insurance Association Limited tegenKingdom of Spain.
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 267 VWEU, ingediend door de High Court of Justice (England & Wales), Queen’s Bench Division (Commercial Court) (Verenigd Koninkrijk) bij beslissing van 21 december 2020.
Verordening Brussel I. Erkenning van een in een andere lidstaat gegeven beslissing. Grond voor niet-erkenning als bedoeld in art. 34, punt 3 (onverenigbaarheid met een in de aangezochte lidstaat gegeven beslissing); omstandigheden waaronder een in een lidstaat gegeven rechterlijke beslissing waarin een arbitraal vonnis wordt overgenomen niet in de weg kan staan aan ...