Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/905
Klacht over overschrijding redelijke termijn in feitelijke aanleg. Gaat het om de 16 maanden of om de 24 maanden-termijn? HR: Hof heeft vastgesteld dat redelijke termijn in h.b. is overschreden en heeft daarbij kennelijk tot uitgangspunt genomen dat verdachte zich niet in voorlopige hechtenis bevond, zodat behandeling van de zaak in h.b. moest zijn afgerond binnen 2 jaren nadat rechtsmiddel was ingesteld. In aanmerking genomen dat uit gegevens blijkt dat verdachte zich tussen instellen van h.b. en uitspraak hof meer dan twee jaren in voorlopige hechtenis bevond, is dat uitgangspunt niet begrijpelijk. HR doet zaak zelf af.
HR 27-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1309
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/03284
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1309, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:623, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2022
Essentie
Klacht over overschrijding redelijke termijn in feitelijke aanleg. Gaat het om de 16 maanden of om de 24 maanden-termijn? HR: Hof heeft vastgesteld dat redelijke termijn in h.b. is overschreden en heeft daarbij kennelijk tot uitgangspunt genomen dat verdachte zich niet in voorlopige hechtenis bevond, zodat behandeling van de zaak in h.b. moest zijn afgerond binnen 2 jaren nadat rechtsmiddel was ingesteld. In aanmerking genomen dat uit gegevens blijkt dat verdachte zich tussen instellen van h.b. en uitspraak hof meer dan twee jaren in voorlopige hechtenis bevond, is dat uitgangspunt niet begrijpelijk. HR doet zaak zelf af.