Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/906
Kernroljurisprudentie. Afwijzing verzoek tot terugwijzing van zaak naar Rb omdat geen afschrift van inleidende dagvaarding naar de voor verdachte optredende raadsman is toegezonden, art. 38 lid 5 en 40 lid 2 Sv. Raadsman heeft zich gesteld bij OM, terwijl zijn stelbrief inhoudt dat op dat moment nog geen parketnummer van zaak bekend was en hij zich niet op enig moment heeft gesteld bij griffie Rb. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 5 september 2017, NJ 2018/387 m.b.t. wijze waarop raadsman zich dient te stellen. Hof heeft geoordeeld dat ook indien raadsman (nog) niet over parketnummer beschikt, dit niet tot gevolg heeft dat raadsman met het oog op optreden als raadsman ttz. met stelbrief aan OM kan volstaan. Gelet op wat hiervoor is vooropgesteld, is dit oordeel juist. Volgt verwerping.
HR 27-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1318
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/04139
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1318, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:608, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2022
Essentie
Kernroljurisprudentie. Afwijzing verzoek tot terugwijzing van zaak naar Rb omdat geen afschrift van inleidende dagvaarding naar de voor verdachte optredende raadsman is toegezonden, art. 38 lid 5 en 40 lid 2 Sv. Raadsman heeft zich gesteld bij OM, terwijl zijn stelbrief inhoudt dat op dat moment nog geen parketnummer van zaak bekend was en hij zich niet op enig moment heeft gesteld bij griffie Rb. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 5 september 2017, NJ 2018/387 m.b.t. wijze waarop raadsman zich dient te stellen. Hof heeft geoordeeld dat ook indien raadsman (nog) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.