Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/897
Onder ‘de rechter die kennisneemt van het beroep’ in art. 6:6:6 Sv en art. 77w lid 7 Sr valt ook de raadkamer. Art. 6:6:6 Sv geldt niet in de cassatiefase.
HR 27-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1319
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 september 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens, C. Caminada
- Zaaknummer
20/00324
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1319, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:635, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑06‑2022
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Onder ‘de rechter die kennisneemt van het beroep’ a.b.i. art. 6:6:6 Sv en art. 77w lid 7 Sr valt ook de raadkamer. Art. 6:6:6 Sv heeft geen betrekking op het geval waarin het hof in zijn uitspraak een bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid van een straf of maatregel heeft gegeven en tegen de uitspraak beroep in cassatie is ingesteld.
Samenvatting
Als de rechter in eerste aanleg een straf of maatregel oplegt en daarbij het bevel geeft dat de aan de straf verbonden voorwaarden en het uit te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.