Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/916
Valsheid in geschrift (art. 225 Sr) en gewoontewitwassen (art. 420ter Sr). Middelen over bewijsvoering. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 20/00213 en 20/00214 (RvdW 2022/915 en RvdW 2022/909).
HR 27-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1285
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, M.J. Borgers, C. Caminada, T. Kooijmans
- Zaaknummer
19/05975
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1285, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1212, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2021
Essentie
Valsheid in geschrift (art. 225 Sr) en gewoontewitwassen (art. 420ter Sr). Middelen over bewijsvoering. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 20/00213 en 20/00214 (RvdW 2022/915 en RvdW 2022/909).
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/05975
Datum 27 september 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 december 2019, nummer 21-002945-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: de verdachte.