Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/78
Procesrecht. Verstekverlening, art. 45 en 121 Rv; betekening exploot door deurwaarder, zonder vermelding in exploot van woonplaats verweerder i.v.m. 'geheim adres' (art. 2.59 Wet BRP).
HR 18-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2101
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 december 2020
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/02858
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:816, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:974, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2021
ECLI:NL:HR:2020:2101, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1100, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑09‑2020
- Wetingang
Samenvatting
Voor nietigverklaring van een exploot van betekening van het oproepingsbericht op de voet van art. 121 lid 3 Rv op de enkele grond dat de woonplaats van de eiser of de verweerder ontbreekt, is in het algemeen geen plaats. Als de deurwaarder in het exploot heeft gerelateerd dat dit is betekend aan het in de BRP opgenomen adres van de verweerder, waarvan de verweerder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.