Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/274
Art. 81 lid 1 RO. Intellectuele eigendom. Merkenrecht. Uitputtingsregel. Gegronde reden voor merkhouder om zich te verzetten tegen gebruik van merken op verzenddozen? Art. 9 en 15 Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk.
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:285
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/04768
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:285, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1022, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑11‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 21/04768
Datum 24 februari 2023
ARREST
In de zaak van
COTY BEAUTY GERMANY GMBH,
gevestigd te Darmstadt, Duitsland,
EISERES tot cassatie,
hierna: Coty,
advocaten: T. Cohen Jehoram en G.J. Harryvan,
tegen
EASYCOSMETIC BENELUX B.V.,
gevestigd te Landgraaf,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Easycosmetic,
advocaat: A.M. van Aerde.