De Awb legt de inspecteur op om de ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’ (OdZBHS) ter inzage te leggen. Op die manier beschikken alle partijen over de gegevens waarop een besluit is gebaseerd. De Awb spreekt over de OdZBHS, maar dit is nader ingekleurd in de jurisprudentie.
In dit thema krijgt u dan ook antwoord op de volgende vragen:
•
Wanneer kwalificeert een stuk uit een dossier als een OdZBHS?
•
In welke fases moet de inspecteur de OdZBHS ter inzage leggen/ inzenden?
•
Op welke gronden mag de inspecteur weigeren om stukken te verstrekken?
•
Wat is het gevolg als de inspecteur de OdZBHS niet verstrekt?
•
In hoeverre is de inspecteur verplicht de stukken toe te zenden aan belanghebbende?
•
Welke termijnen zijn bij de OdZBHS van belang?
In de praktijk bestaat er veelal discussie tussen de inspecteur en belanghebbende over wélke stukken uit het dossier wel of niet kwalificeren als een OdZBHS. In dit thema wordt stil gestaan bij een aantal praktische punten.
•
Het hoorrecht is onlosmakelijk verbonden met het verkrijgen van de OdZBHS. Formeel-juridisch betekent dit dat zonder een hoorgesprek, de inspecteur geen plicht heeft om de OdZBHS ter raadpleging ter inzage te leggen.
•
Stukken die zijn vergaard door personen of instellingen buiten de Belastingdienst (bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie) behoren alleen tot de OdZBHS, indien deze ter raadpleging ter beschikking staan (of hebben gestaan) aan de inspecteur bij het nemen van het bestreden besluit en als deze daarvoor nog van belang kunnen zijn.
•
Ook in elektronische vorm vastgelegde gegevens (bijvoorbeeld grafische weergaven en afbeeldingen), behoren tot de OdZBHS.
•
Stukken die die inspecteur wel heeft gebruikt ter onderbouwing van zijn besluit, maar die voor de beoordeling van de zaak door de rechter niet (langer) van belang zijn, behoren niet tot de OdZBHS.
•
Tegen de weigering om bepaalde OdZBHS niet te verstrekken, staan geen rechtsmiddelen open.
•
Het is niet relevant of een stuk in het voordeel of nadeel werkt van de belanghebbende.
•
Standpunten van kennisgroepen kwalificeren als op de zaak betrekking hebbende stukken.
Majeure ontwikkelingen in het fiscale inzagerecht; tijd om de (tussentijdse) balans op te maken!, T.A.R. van Brederode & R.A.S.S. Soekhoe, WFR 2024/235
Bedrog door de Belastingdienst, F. Herreveld, WFR 2023/243
Op de zaak betrekking hebbende stukken: een overzicht, E.J.M. Bohnen & M.M. Stassen-Kanters, TFB 2022/25
Fysieke dossiers bestaan niet meer. Digitale toezending is de norm, N. van den Hoek, WFR 2022/166
De incompleetheid van het procesdossier, D.J. Franssen, TFB 2021/10
Mr. Sandesh Soekhoe
Sandesh Soekhoe is werkzaam als fiscalist formeel recht (en heeft dit thema geschreven op persoonlijke titel) en is ook auteur voor TaxVisions.
Meer over Sandesh Soekhoe
De Awb legt de inspecteur op om de ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’ (OdZBHS) ter inzage te leggen. Op die manier beschikken alle partijen over de gegevens waarop een besluit is gebaseerd. De Awb spreekt over de OdZBHS, maar dit is nader ingekleurd in de jurisprudentie.
In dit thema krijgt u dan ook antwoord op de volgende vragen:
Wanneer kwalificeert een stuk uit een dossier als een OdZBHS?
In welke fases moet de inspecteur de OdZBHS ter inzage leggen/ inzenden?
Op welke gronden mag de inspecteur weigeren om stukken te verstrekken?
Wat is het gevolg als de inspecteur de OdZBHS niet verstrekt?
In hoeverre is de inspecteur verplicht de stukken toe te zenden aan belanghebbende?
Welke termijnen zijn bij de OdZBHS van belang?
In de praktijk bestaat er veelal discussie tussen de inspecteur en belanghebbende over wélke stukken uit het dossier wel of niet kwalificeren als een OdZBHS. In dit thema wordt stil gestaan bij een aantal praktische punten.
Het hoorrecht is onlosmakelijk verbonden met het verkrijgen van de OdZBHS. Formeel-juridisch betekent dit dat zonder een hoorgesprek, de inspecteur geen plicht heeft om de OdZBHS ter raadpleging ter inzage te leggen.
Stukken die zijn vergaard door personen of instellingen buiten de Belastingdienst (bijvoorbeeld het Openbaar Ministerie) behoren alleen tot de OdZBHS, indien deze ter raadpleging ter beschikking staan (of hebben gestaan) aan de inspecteur bij het nemen van het bestreden besluit en als deze daarvoor nog van belang kunnen zijn.
Ook in elektronische vorm vastgelegde gegevens (bijvoorbeeld grafische weergaven en afbeeldingen), behoren tot de OdZBHS.
Stukken die die inspecteur wel heeft gebruikt ter onderbouwing van zijn besluit, maar die voor de beoordeling van de zaak door de rechter niet (langer) van belang zijn, behoren niet tot de OdZBHS.
Tegen de weigering om bepaalde OdZBHS niet te verstrekken, staan geen rechtsmiddelen open.
Het is niet relevant of een stuk in het voordeel of nadeel werkt van de belanghebbende.
Standpunten van kennisgroepen kwalificeren als op de zaak betrekking hebbende stukken.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 7:4 Awb
Artikel 8:29 Awb
Artikel 8:42 Awb
Brief Staatssecretaris van Financiën van 16 mei 2023, nr. 2023-0000-1150-86, V-N 2023/25.18
Brief Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen en Douane) van 16 februari 2024, V-N Vandaag 2024/397
Brief Staatssecretaris van Financiën van 16 mei 2024, nr. 2024-0000-2856-00, V-N 2024/26.19
Kennisgroepstandpunt, KG:206:2022:4, Een standpunt van een kennisgroep en artikel 8:42 jo. artikel 8:29 van de Awb, gepubliceerd op 20 december 2022
Compleetheid van dossiers die naar de rechter gaan: een eerste inzicht in de werkwijze van de Belastingdienst, Inspectie Belastingen, Toeslagen en Douane / Ministerie van Financiën, 15 december 2023
Standaardarrest
HR 4 mei 2018, nr. 16/04237, ECLI:NL:HR:2018:67, r.o. 3.4.2, BNB 2018/164, V-N 2018/26.6, FED 2018/89, Belastingblad 2018/281, JOR 2018/247, AB 2018/245, NJB 2018/1002
HR 10 april 2015, nr. 14/01189, ECLI:NL:HR:2015:874, r.o. 2.3.2, BNB 2015/129, V-N 2015/20.17, NJB 2015/886, TaxVisions editie 9 mei 2018
Belangrijkste uitspraken
HR 31 maart 2024, nr. 22/00849, ECLI:NL:HR:2024:567, r.o. 4.3.2, BNB 2024/82, V-N 2024/28.22, FED 2024/77, Belastingblad 2024/221, NJB 2024/1367
HR 15 maart 2024, nr. 22/04807, ECLI:NL:HR:2024:289, r.o. 4.2.1-4.2.3. BNB 2024/43, V-N 2024/14.19, Belastingblad 2024/148, NJB 2024/714
HR 18 augustus 2023, nr. 22/00170, ECLI:NL:HR:2023:1107, r.o. 3.6, BNB 2023/155, V-N 2023/37.21, FED 2024/10, Belastingblad 2023/326, NJB 2023/2056, TaxVisions editie 25 augustus 2023
HR 31 maart 2023, nr. 21/01297, ECLI:NL:HR:2023:492, r.o. 3.1-3.3, BNB 2023/73, V-N 2023/16.16, FED 2023/62, NJB 2023/998
HR 25 juni 2021, nr. 19/03033, ECLI:NL:HR:2021:995, r.o. 2.3.3, BNB 2021/160, V-N 2021/28.20, FED 2021/122, TaxVisions editie 2 juli 2021
HR 23 oktober 2020, nr. 19/04499, ECLI:NL:HR:2020:1670, r.o. 2.2.2, BNB 2021/47, V-N 2020/54.25, FED 2021/54, NJB 2020/2573
HR 26 juni 2020, nr. 19/00062, ECLI:NL:HR:2020:1107, r.o. 2.4.2, BNB 2020/121, V-N 2020/31.21, FED 2020/121, AB 2020/328
HR 8 maart 2019, nr. 18/02931, ECLI:NL:HR:2019:322, BNB 2019/84, V-N 2019/14.19, FED 2019/83, Belastingblad 2019/164, NJB 2019/1075
HR 5 oktober 2018, nr. 17/03815, ECLI:NL:HR:2018:1863, r.o. 3.2, BNB 2018/201, V-N 2018/53.21, FED 2019/20, NJB 2018/2019
HR 17 augustus 2018, nr. 17/02730, ECLI:NL:HR:2018:1371, r.o. 2.2, BNB 2018/198, V-N 2018/42.20, FED 2018/152, AB 2018/390, TaxVisions editie 24 augustus 2018
HR 17 augustus 2018, nr.17/01448, ECLI:NL:HR:2018:1316, r.o. 2.3.2, BNB 2018/182, V-N 2018/42.18, FED 2018/162, Belastingblad 2018/367, AB 2018/388, NJB 2018/1661
HR 17 augustus 2018, nr. 17/00879, ECLI:NL:HR:2018:1319, r.o. 2.2, BNB 2018/170, V-N 2018/42.19, FED 2018/161, Belastingadvies 2018/19.1, AB 2018/389, NJB 2018/1660, TaxVisions editie 24 augustus 2018
HR 6 juli 2018, nr. 16/04325, ECLI:NL:HR:2018:1113, r.o. 2.3.1, BNB 2018/161, V-N 2018/38.27
HR 4 mei 2018, nr. 16/04237, ECLI:NL:HR:2018:672, V-N 2018/26.6, TaxVisions, editie 9 mei 2018
HR 16 maart 2018, nr. 17/02465, ECLI:NL:HR:2018:342, r.o. 2.3.2, BNB 2018/105, V-N 2018/16.3, FED 2018/83
HR 12 juli 2013, nr. 11/04625, ECLI:NL:HR:2013:29, r.o. 3.3.1.3, BNB 2013/226, V-N 2013/35.10
Literatuur
Majeure ontwikkelingen in het fiscale inzagerecht; tijd om de (tussentijdse) balans op te maken!, T.A.R. van Brederode & R.A.S.S. Soekhoe, WFR 2024/235
Bedrog door de Belastingdienst, F. Herreveld, WFR 2023/243
Op de zaak betrekking hebbende stukken: een overzicht, E.J.M. Bohnen & M.M. Stassen-Kanters, TFB 2022/25
Fysieke dossiers bestaan niet meer. Digitale toezending is de norm, N. van den Hoek, WFR 2022/166
De incompleetheid van het procesdossier, D.J. Franssen, TFB 2021/10
Het procesdossier, G.J.M.E. de Bont, WFR 2020/224
De op de zaak betrekking hebbende stukken, A.T.P. Nefkens & J.H.P.M. Raaijmakers, WFR 2019/100
De op de zaak betrekking hebbende stukken, M.S.J. Pijnenburg-Braspenning & M. van Es-Hinnen, WFR 2018/229
Weten we over welke gegevens de Belastingdienst beschikt?, P. de Haas, TFB 2018/25
Fiscaal bezwaar in de AWR en Awb, S.F. Immerseel & G.H. Ulrich, Den Haag: SDU 2017 (Reeks Fiscale geschriften), paragraaf 11
Fiscale vormverzuimen: spoorboekje gewenst?, G.M. Boezelman & Y. Ameziane, TFB 2017/8
Naslag
Cursus Belastingrecht, FBR.6.1.3.B.c Op de zaak betrekking hebbende stukken, W.A.P. van Roij
Verwante onderwerpen
Thema: Bezwaar, het gesloten stelsel van rechtsbescherming
Thema: Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter