FED 2019/83
Zonder gronden bezwaar bestaat geen inzagerecht ex art. 7:4 Awb
HR 08-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:322, m.nt. E. Poelmann
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 2019
- Magistraten
Mrs. Wortel, Beukers-Van Dooren, Cools
- Zaaknummer
18/02931
- Noot
E. Poelmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54011:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:322, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Zonder gronden bezwaar bestaat geen inzagerecht ex art. 7:4 Awb
Samenvatting
Belanghebbende heeft nagelaten de gronden van het bezwaar aan te geven. In hoger beroep verzoekt belanghebbende om een mondelinge behandeling van de zaak. Het hof oordeelt ten onrechte dat geen verzoek is gedaan en doet de zaak af zonder mondelinge behandeling. De Hoge Raad oordeelt dat wel een verzoek is gedaan, maar doet de zaak zelf af omdat het bezwaar geen gronden bevat en daarom geen inzagerecht ex art. 7:4 Awb bestaat.
Uitspraak
Het geschil betreft een naheffingsaanslag parkeerbelasting.
Hoge Raad
2.1.1.
Aan belanghebbende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.