RvdW 2022/784:Medeplegen van valsheid in geschrift, oplichting en witwassen door samen met hypotheekadviseur valselijk een inkomensverklaring op te maken, daarmee een hypothecaire geldlening te verkrijgen en met die lening een woning te verwerven. Klacht dat hof afwijking van uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat het in de inkomensverklaring genoemde begrip ‘jaarinkomen’ niet uitsluitend betrekking heeft op inkomen uit arbeid, onbegrijpelijk heeft gemotiveerd. HR: Om redenen vermeld in CAG slaagt middel. CAG: Hof heeft overwogen dat het enige dat moet worden ingevuld een dienstverband met bijbehorend inkomen is en dat uit de bij de bank ingediende stukken blijkt dat het bedrag enkel als inkomen uit arbeid is opgegeven en niet (deels) uit vermogen of andere bronnen. Nu in de inkomensverklaring niet wordt gesproken over een dienstbetrekking en de inkomensverklaring uitdrukkelijk de mogelijkheid openlaat dat inkomen uit vermogen wordt meegeteld bij het jaarinkomen, zijn deze overwegingen niet z.m. begrijpelijk.