Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/762
Rechtspersonenrecht. Motorclub Hells Angels. Verbodenverklaring en ontbinding informele vereniging (art. 2:20 BW); verboden corporatie (art. 10:122 BW); oordeel strafbaarheid voortzetting werkzaamheden voorbehouden aan strafrechter (art. 140 lid 2 Sr).
HR 15-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1114
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/01164
21/01186
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1114, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:296, Conclusie, Hoge Raad, 25‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2020
- Wetingang
Essentie
Rechtspersonenrecht. Motorclub Hells Angels. Verbodenverklaring en ontbinding informele vereniging (art. 2:20 BW); verboden corporatie (art. 10:122 BW); oordeel strafbaarheid voortzetting werkzaamheden voorbehouden aan strafrechter (art. 140 lid 2 Sr).
Samenvatting
De verbodenverklaring en de ontbinding van HAMC Holland hebben niet tot gevolg dat de afzonderlijke charters verboden zijn verklaard en ontbonden. Het hof heeft slechts tot uitdrukking gebracht dat de verklaring voor recht ten aanzien van HAMC en de verbodenverklaring en ontbinding van HAMC Holland indirect wel gevolgen kunnen hebben voor de afzonderlijke charters en hun leden. Dit volgt uit art. 140 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.