Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/766
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Bestuurdersaansprakelijkheid. Art. 7:661 BW; art. 2:9 BW. Geschil over afwikkeling arbeidsovereenkomst en bestuurdersaansprakelijkheid, mede i.v.m. naheffingsaanslag loonbelasting. Betekenis van art. 7:619 BW voor stelplicht en bewijslastverdeling. Diverse rechts- en motiveringsklachten.
HR 15-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1107
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
21/01826
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1107, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:304, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2022
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Arbeidsrecht. Bestuurdersaansprakelijkheid. Art. 7:661 BW; art. 2:9 BW. Geschil over afwikkeling arbeidsovereenkomst en bestuurdersaansprakelijkheid, mede i.v.m. naheffingsaanslag loonbelasting. Betekenis van art. 7:619 BW voor stelplicht en bewijslastverdeling. Diverse rechts- en motiveringsklachten.
Partij(en)
[eiser], wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, hierna: [eiser], advocaat: F.J. Fernhout, tegen 1. [verweerster 1] B.V., gevestigd te Groningen, 2. J.C.M. SILVIUS in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [A] B.V, kantoorhoudende te Groningen, VERWEERDERS in cassatie, hierna: [verweerders], niet verschenen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.