Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/812
Executie-uitlevering van opgeëiste persoon (Bosnische nationaliteit) naar Bosnië en Herzegovina t.z.v. veroordeling voor ongeoorloofde productie en distributie van verdovende middelen. Klacht over afwijzing aanhoudingsverzoek. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 12-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1015
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juli 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
21/05102
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1015, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:544, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2022
Essentie
Executie-uitlevering van opgeëiste persoon (Bosnische nationaliteit) naar Bosnië en Herzegovina t.z.v. veroordeling voor ongeoorloofde productie en distributie van verdovende middelen. Klacht over afwijzing aanhoudingsverzoek. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/05102 U
Datum 12 juli 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 23 november 2021, nummer UTL-I-2020034419, op een verzoek van de Republiek Bosnië en Herzegovina tot uitlevering
van
[opgeëiste persoon],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1989,
hierna: de opgeëiste persoon.