Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/803
Poging moord op advocate. Volgt voorwaardelijk opzet op dood uit vaststellingen hof? Vaststellingen houden o.m. in dat A van onbekend gebleven persoon opdracht heeft aangenomen om tegen betaling slachtoffer aan te vallen waarbij zij ‘gekrast’ zou worden, dat slachtoffer in kantoor door steker met stanleymes in haar gezicht, op haar hoofd en in haar arm is gestoken/gesneden en dat verdachte met A en steker vanuit Amsterdam naar plaats kantoor van slachtoffer is gegaan om haar aan te vallen waarbij ze zou worden ‘gekrast’. HR: dat verdachte daarmee (voorwaardelijk) opzet op dood van slachtoffer heeft gehad, volgt niet z.m. uit die vaststellingen. Hof heeft aan opzet van verdachte ook geen nadere overwegingen gewijd. Dat volgens nadere overwegingen van hof steker opzet op dood had, doet daaraan niet af, mede in aanmerking genomen dat verdachte niet bij uitvoering door steker aanwezig was en hof ook niets heeft vastgesteld over bijv. wetenschap bij verdachte over geplande aard van krassen.
HR 12-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1000
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juli 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/01328
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1000, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:410, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2022
Essentie
Poging moord op advocate. Volgt voorwaardelijk opzet op dood uit vaststellingen hof? Vaststellingen houden o.m. in dat A van onbekend gebleven persoon opdracht heeft aangenomen om tegen betaling slachtoffer aan te vallen waarbij zij ‘gekrast’ zou worden, dat slachtoffer in kantoor door steker met stanleymes in haar gezicht, op haar hoofd en in haar arm is gestoken/gesneden en dat verdachte met A en steker vanuit Amsterdam naar plaats kantoor van slachtoffer is gegaan om haar aan te vallen waarbij ze zou worden ‘gekrast’. HR: dat verdachte daarmee (voorwaardelijk) opzet op dood van slachtoffer heeft gehad, volgt niet z.m. uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.