Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/422
Oplichting, meermalen gepleegd door ex-schoonouders geld en goederen afhandig te maken door zich voor te doen als advocaat en medewerker van bank (art. 326 lid 1 Sr). 1. Strafmotivering (gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en geldboete van € 2.000). Kon hof bij strafmotivering betrekken dat verdachte is veroordeeld voor ‘telecomfraude’ en het plegen van deze strafbare feiten verdachte er kennelijk niet van heeft weerhouden door te gaan met het plegen van bewezenverklaarde feiten, terwijl die veroordeling nog niet onherroepelijk was t.t.v. begaan van feiten waarop strafoplegging betrekking heeft? 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr. Maximale duur van gijzeling. Kon hof totale duur van gijzeling op meer dan 360 dagen bepalen? Ad 1. Aangevochten passage is in het geheel van de strafmotivering van zodanig ondergeschikt belang dat — ook als het cassatiemiddel terecht is voorgesteld — middel wegens gebrek aan belang niet tot cassatie kan leiden. Ad 2. HR ambtshalve: Hof heeft verdachte schadevergoedingsmaatregelen opgelegd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door respectievelijk 182 en 182 (in totaal 364) dagen gijzeling. O.g.v. art. 36f lid 5 Sr bepaalt rechter bij oplegging van maatregel de duur volgens welke met toepassing van art. 6:4:20 Sv gijzeling kan worden toegepast. Duur van gijzeling beloopt ten hoogste 1 jaar, waarbij in deze zaak geldt dat onder 1 jaar 360 dagen moet worden verstaan (vgl. HR 1 juni 2021, 19/01719 , ECLI:NL:HR:2021:812 (RvdW 2021/621)). HR zal zelf duur van gijzeling aldus verminderen dat is voldaan aan wettelijk bepaald maximum van 1 jaar. CAG: anders t.a.v. strafmotivering.
HR 05-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:510
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 april 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, J.C.A.M. Claassens, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
21/02785
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:510, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:140, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2022
Essentie
Oplichting, meermalen gepleegd door ex-schoonouders geld en goederen afhandig te maken door zich voor te doen als advocaat en medewerker van bank (art. 326 lid 1 Sr). 1. Strafmotivering (gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, en geldboete van € 2.000). Kon hof bij strafmotivering betrekken dat verdachte is veroordeeld voor ‘telecomfraude’ en het plegen van deze strafbare feiten verdachte er kennelijk niet van heeft weerhouden door te gaan met het plegen van bewezenverklaarde feiten, terwijl die veroordeling nog niet onherroepelijk was t.t.v. begaan van feiten waarop strafoplegging betrekking heeft? 2. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.