Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/397
Cassatieprocesrecht. Art. 30c lid 1 Rv; art. 426a lid 1 Rv. Ontvankelijkheid. Procesinleiding niet ingediend langs elektronische weg; niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad.
HR 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:558
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 april 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
22/00003
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:558, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:162, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑02‑2022
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 22/00003
Datum 8 april 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoekster] B.V.,gevestigd te [vstigingsplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: [verzoekster].
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Bij ‘verzoekschrift’ van 15 december 2021 (hierna: ‘procesinleiding’)1. heeft [betrokkene 1] namens2. [verzoekster] B.V. cassatieberoep ingesteld tegen de beslissing van 13 december 2021 van de wrakingskamer van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.