Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/399
Betrekken voorzitter rechtbank bij aanbrengen zaak stuit de verjaring.
HR 05-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:515
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 april 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
20/02260 M
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
Materieel strafrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:515, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1177, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑07‑2021
- Wetingang
Essentie
Het betrekken van de voorzitter van de rechtbank bij planningsproces voor het aanbrengen van de zaak was een daad van vervolging waardoor de verjaring is gestuit.
Samenvatting
Op 11 september 2018 is namens de OvJ aan de verdediging per e-mail bericht dat verdachte zou worden gedagvaard voor militaire aanranding, gepleegd in maart 2013. Daarna heeft een nadere e-mailcorrespondentie plaatsgevonden waarbij onder meer afspraken met de verdediging zijn gemaakt in verband met de planning van de (inhoudelijke) behandeling van de zaak. Op 2 november 2018 heeft de voorzitter van de militaire kamer van de rechtbank een e-mailbericht gestuurd aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.