Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/421
Overval op horecagelegenheid (art. 312 lid 1 Sr). Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). 1. Heeft hof ten onrechte bewezenverklaring uitsluitend gebaseerd op verklaring van aangeefster? 2. Heeft hof ten onrechte niet gerespondeerd op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. bewijsminimum? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 05-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:505
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 april 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
21/01816
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:505, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2022
Essentie
Overval op horecagelegenheid (art. 312 lid 1 Sr). Bewijsminimum, art. 342 lid 2 Sv (unus testis). 1. Heeft hof ten onrechte bewezenverklaring uitsluitend gebaseerd op verklaring van aangeefster? 2. Heeft hof ten onrechte niet gerespondeerd op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. bewijsminimum? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/01816
Datum 5 april 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 april 2021, nummer 20-000322-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.