Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/388
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Samenwerkingsovereenkomst. Vaststellingsovereenkomst. Misbruik van omstandigheden. Motiveringsklachten.
HR 08-04-2022, ECLI:NL:HR:2022:524
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 april 2022
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/02547
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:524, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑04‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:682, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑07‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Verbintenissenrecht. Samenwerkingsovereenkomst. Vaststellingsovereenkomst. Misbruik van omstandigheden. Motiveringsklachten.
Partij(en)
ARREST In de zaak van 1. [eiser 1], wonende te [woonplaats], 2. MOBETA B.V., gevestigd te Amsterdam, 3. MODALFA B.V., gevestigd te Amsterdam, 4. LAVIEM B.V., gevestigd te Amsterdam, 5. WIEGLIA BEHEER B.V., gevestigd te Amsterdam, 6. [eiser 6], wonende te [woonplaats], EISERS tot cassatie, verweerders in het (gedeeltelijk voorwaardelijk) incidentele cassatieberoep, hierna gezamenlijk: [eisers], advocaten: R.P.J.L. Tjittes en H. Boom, tegen 1. [verweerster 1], wonende te [woonplaats], 2. [verweerster 2] B.V., ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.