Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/636
Beslag op grond van art. 94 Sv na door de Roemeense autoriteiten uitgevaardigd EOB; onthouding kennisneming EOB aan klaagster; voorlopige terbeschikkingstelling aan uitvaardigende autoriteit niet ter beoordeling rechter.
HR 21-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:887
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
22/00205
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:887, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑03‑2022
- Wetingang
Essentie
Beslag op grond van art. 94 Sv na door de Roemeense autoriteiten uitgevaardigd EOB. De rechtbank kon kennisneming van het EOB aan klaagster onthouden. Of de OvJ het vergaarde bewijsmateriaal terecht voorlopig ter beschikking heeft gesteld aan de uitvaardigende autoriteit staat niet ter beoordeling van de rechter.
Samenvatting
- 1.
De Hoge Raad verwijst naar HR 22 april 2022, RvdW 2022/500, waarin is ingegaan op de geheimhouding die wordt voorgeschreven door Richtlijn 2014/41/EU betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken. De rechtbank kon oordelen dat het belang van het onderzoek ernstig wordt geschaad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.