RvdW 2022/659:Economische zaak. Feitelijke leiding gegeven aan bedrijf dat over langere periode heeft gehandeld in strijd met eisen die aan afvalverwerkingsbedrijf gesteld worden (art. 2.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en art. 10.37 Wet milieubeheer) en feitelijke leiding geven aan (medeplegen) valsheid in geschrift t.a.v. begeleidingsbrieven begaan door rechtspersoon, meermalen gepleegd (art. 225 lid 1 Sr). 1. Beroep op nietigheid dagvaarding. 2. Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring OM in vervolging. 3. Beroep op afwezigheid van alle schuld. 4. Verweer dat NFI-rapporten niet kunnen worden aangemerkt als deskundigenrapporten a.b.i. WvSv en dat ook deskundigheid van betreffende NFI-medewerker niet is vastgesteld. 5. Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten t.a.v. bewezenverklaring. 6. Bewijsklachten. 6. Kon hof passage uit vonnis Rb. overnemen en p-v van bevindingen als bewijsmiddel gebruiken? 7. Verweer dat geen enkele van aanwezige monsterpotjes is geanalyseerd. 8. Heeft bedrijf willens en wetens aanmerkelijke kans aanvaard dat het niet-vergunde afvalstoffen ontving? 9. Strafmotivering. Opgelegde straf (gevangenisstraf van 11 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk) voldoende gemotiveerd? HR: art. 81 lid 1 RO.