Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/665
Poging zware mishandeling (art. 302 lid 1 Sr), oplegging TBS met voorwaarden. 1. Bewijsklacht t.a.v. voorwaardelijk opzet van verdachte op toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij slachtoffer. 2. Is oplegging TBS noodzakelijk, nu gekozen had kunnen worden voor behandeling i.h.k.v. zorgmachtiging o.g.v. art. 2.3 Wet Forensische Zorg? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:851
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer; A-G mr. A.E. Harteveld
- Zaaknummer
21/01711
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:851, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:415, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2022
Essentie
Poging zware mishandeling (art. 302 lid 1 Sr), oplegging TBS met voorwaarden. 1. Bewijsklacht t.a.v. voorwaardelijk opzet van verdachte op toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij slachtoffer. 2. Is oplegging TBS noodzakelijk, nu gekozen had kunnen worden voor behandeling i.h.k.v. zorgmachtiging o.g.v. art. 2.3 Wet Forensische Zorg? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/01711
Datum 21 juni 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 13 april 2021, nummer 22-003076-20, in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.