Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/654
Syriëganger. Eendaadse samenloop van deelneming aan terroristische organisatie (art. 140a Sr) en voorbereiden/bevorderen van terroristische misdrijven (art. 134a Sr). 1. Bewijsklacht. Kan deelnemen aan terroristische organisatie uit bewijsmiddelen worden afgeleid? 2. Bewijsklacht. Kan uit b.m. worden afgeleid dat verdachte heeft deelgenomen aan (gevechts)trainingen voor terrorisme? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:850
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/00607
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:850, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:603, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2022
Essentie
Syriëganger. Eendaadse samenloop van deelneming aan terroristische organisatie (art. 140a Sr) en voorbereiden/bevorderen van terroristische misdrijven (art. 134a Sr). 1. Bewijsklacht. Kan deelnemen aan terroristische organisatie uit bewijsmiddelen worden afgeleid? 2. Bewijsklacht. Kan uit b.m. worden afgeleid dat verdachte heeft deelgenomen aan (gevechts)trainingen voor terrorisme? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/00607
Datum 21 juni 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 4 februari 2021, nummer 22-003127-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte], ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.