Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/661
Economische zaak. Over langere periode (samen met anderen) in strijd handelen met eisen die aan afvalverwerkingsbedrijf gesteld worden (art. 2.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en art. 10.37 Wet milieubeheer) en (medeplegen) valsheid in geschrift t.a.v. begeleidingsbrieven, meermalen gepleegd (art. 225 lid 1 Sr). 1. Beroep op nietigheid dagvaarding. 2. Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring OM in vervolging. 3. Beroep op afwezigheid van alle schuld. 4. Verweer dat NFI-rapporten niet kunnen worden aangemerkt als deskundigenrapporten a.b.i. WvSv en dat ook deskundigheid van betreffende NFI-medewerker niet is vastgesteld. 5. Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten t.a.v. bewezenverklaring. 6. Bewijsklachten. 6. Kon hof passage uit vonnis Rb overnemen en p-v van bevindingen als bewijsmiddel gebruiken? 7. Verweer dat geen enkele van aanwezige monsterpotjes is geanalyseerd. 8. Heeft bedrijf willens en wetens aanmerkelijke kans aanvaard dat het niet-vergunde afvalstoffen ontving? 9. Strafmotivering aan medeverdachte opgelegde straf. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-06-2022, ECLI:NL:HR:2022:924
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2022
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/01458
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Milieustrafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:924, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2022
Essentie
Economische zaak. Over langere periode (samen met anderen) in strijd handelen met eisen die aan afvalverwerkingsbedrijf gesteld worden (art. 2.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en art. 10.37 Wet milieubeheer) en (medeplegen) valsheid in geschrift t.a.v. begeleidingsbrieven, meermalen gepleegd (art. 225 lid 1 Sr). 1. Beroep op nietigheid dagvaarding. 2. Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring OM in vervolging. 3. Beroep op afwezigheid van alle schuld. 4. Verweer dat NFI-rapporten niet kunnen worden aangemerkt als deskundigenrapporten a.b.i. WvSv en dat ook deskundigheid van betreffende NFI-medewerker niet is vastgesteld. 5. Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten t.a.v. bewezenverklaring. 6. Bewijsklachten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.