HR, 21-06-2022, nr. 21/01458
ECLI:NL:HR:2022:924
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21-06-2022
- Zaaknummer
21/01458
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2022:924, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑2022; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2022:430
- Vindplaatsen
Uitspraak 21‑06‑2022
Inhoudsindicatie
Economische zaak. Over langere periode (samen met anderen) in strijd handelen met eisen die aan afvalverwerkingsbedrijf gesteld worden (art. 2.3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en art. 10.37 Wet milieubeheer) en (medeplegen) valsheid in geschrift t.a.v. begeleidingsbrieven, meermalen gepleegd (art. 225.1 Sr). 1. Beroep op nietigheid dagvaarding. 2. Verweer strekkende tot niet-ontvankelijkverklaring OM in vervolging. 3. Beroep op afwezigheid van alle schuld. 4. Verweer dat NFI-rapporten niet kunnen worden aangemerkt als deskundigenrapporten a.b.i. WvSv en dat ook deskundigheid van betreffende NFI-medewerker niet is vastgesteld. 5. Uitdrukkelijk onderbouwde standpunten t.a.v. bewezenverklaring. 6. Bewijsklachten. Kon hof passage uit vonnis Rb overnemen en p-v van bevindingen als bewijsmiddel gebruiken? 7. Verweer dat geen enkele van aanwezige monsterpotjes is geanalyseerd. 8. Heeft bedrijf willens en wetens aanmerkelijke kans aanvaard dat het niet-vergunde afvalstoffen ontving? 9. Strafmotivering aan medeverdachte opgelegde straf. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 21/01456 E, 21/01457 E, 21/01459 P en 21/01460 P.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/01458 E
Datum 21 juni 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, economische kamer, van 24 maart 2021, nummer 21-006929-17, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
gevestigd te [vestigingsplaats],
hierna: de verdachte.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft R. Hörchner, advocaat te Breda, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de cassatiemiddelen
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 juni 2022.