Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/430
1. Falende bewijsklachten aangaande het meermalen afleveren, verstrekken of vervoeren van (een grote hoeveelheid) hennepstekken en/of hennepplanten door verdachte. 2. Falende klacht m.b.t. innerlijke tegenstrijdigheid in bewijsvoering. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:419
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 maart 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/06062
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:419, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:298, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2019
Essentie
1. Falende bewijsklachten aangaande het meermalen afleveren, verstrekken of vervoeren van (een grote hoeveelheid) hennepstekken en/of hennepplanten door verdachte. 2. Falende klacht m.b.t. innerlijke tegenstrijdigheid in bewijsvoering. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
26 maart 2019
Strafkamer
nr. S 16/06062
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 november 2016, nummer 20/000362-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. De verdachte is bij arrest van 21 november 2016 door het hof ’s-Hertogenbosch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.