Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/419
Auteursrecht. Kort geding. Inbreuk op persoonlijkheidsrechten van architect als maker van werk (art. 25 Aw); verhouding tussen lid 1 onder c en lid 1 onder d; reputatieschade afzonderlijke voorwaarde voor verzet tegen aantasting werk in zin art. 25 lid 1 onder d Aw?; uitleg in overeenstemming met art. 6bis Berner Conventie; nadere belangenafweging?
HR 29-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:451
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 maart 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/06094
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS45069:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Bouwrecht / Bouwen
Bouwrecht / Architectenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:451, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:122, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑01‑2018
- Wetingang
Art. 31-33 Weens Verdragenverdrag; art. 6bis Berner Conventie; art. 25 Aw
Essentie
Auteursrecht. Kort geding. Inbreuk op persoonlijkheidsrechten van architect als maker van werk (art. 25 Aw); verhouding tussen lid 1 onder c en lid 1 onder d; reputatieschade afzonderlijke voorwaarde voor verzet tegen aantasting werk in zin art. 25 lid 1 onder d Aw?; uitleg in overeenstemming met art. 6bis Berner Conventie; nadere belangenafweging?
Samenvatting
Art. 25 Aw voorziet in persoonlijkheidsrechten voor de maker van een werk. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van het huidige art. 25 Aw volgt dat een wijziging in een werk die moet worden aangemerkt als een aantasting van dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.