Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/457
Sociale politiek. Organisatie van de arbeidstijd. Recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon. Regeling van een lidstaat op grond waarvan bij collectieve arbeidsovereenkomst kan worden bepaald dat bij de berekening van de vergoeding die uit hoofde van de jaarlijkse vakantie wordt betaald, rekening wordt gehouden met perioden van gedeeltelijke werkloosheid. Werking in de tijd van uitleggingsarresten.
HvJ EU 13-12-2018, ECLI:EU:C:2018:1018 (Hein)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
13 december 2018
- Magistraten
T. von Danwitz, K. Jürimäe, C. Lycourgos, E. Juhász, C. Vajda
- Zaaknummer
C-385/17
- Conclusie
A-G M. Bobek
- Roepnaam
Hein
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:1018, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 13‑12‑2018
ECLI:EU:C:2018:666, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 05‑09‑2018
- Wetingang
Art. 7 lid 1 Richtlijn 2003/88/EG
Essentie
Torsten Hein tegen Albert Holzkamm GmbH & Co. KG.
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Arbeitsgericht Verden (arbeidsrechter in eerste aanleg Verden, Duitsland) bij beslissing van 19 juni 2017.
Sociale politiek. Organisatie van de arbeidstijd. Recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon. Regeling van een lidstaat op grond waarvan bij collectieve arbeidsovereenkomst kan worden bepaald dat bij de berekening van de vergoeding die uit hoofde van de jaarlijkse vakantie wordt betaald, rekening wordt gehouden met perioden van gedeeltelijke werkloosheid. Werking in de tijd van uitleggingsarresten.
1. Art. 7, lid 1, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.