Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/438
Falende klacht dat afnemers hennepstekken en/of hennepplanten niet kunnen worden aangemerkt als deelnemers aan een criminele organisatie die het telen en verkopen van deze stekken en/of planten tot oogmerk heeft. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 26-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:420
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 maart 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/00423
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:420, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:300, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2019
Essentie
Falende klacht dat afnemers hennepstekken en/of hennepplanten niet kunnen worden aangemerkt als deelnemers aan een criminele organisatie die het telen en verkopen van deze stekken en/of planten tot oogmerk heeft. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
26 maart 2019
Strafkamer
nr. S 18/00423
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 november 2016, nummer 20/000361-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1. De verdachte is bij arrest van 21 november ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.