Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/441
OM-cassatie. Beklag, beslag ex art. 94a Sv n.a.v. Nederlands rechtshulpverzoek aan België. Ten onrechte in rechtshulpverzoek vermeld dat klaagster met haar echtgenoot in gemeenschap van goederen is gehuwd. Dient deze onzorgvuldigheid te leiden tot gegrondverklaring klaagschrift en opheffing conservatoir beslag?
HR 26-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:425
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 maart 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/02739
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:425, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑03‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:79, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2019
Essentie
OM-cassatie. Beklag, beslag ex art. 94a Sv n.a.v. Nederlands rechtshulpverzoek aan België. Ten onrechte in rechtshulpverzoek vermeld dat klaagster met haar echtgenoot in gemeenschap van goederen is gehuwd. Dient deze onzorgvuldigheid te leiden tot gegrondverklaring klaagschrift en opheffing conservatoir beslag?
Partij(en)
26 maart 2019
Strafkamer
nr. S 18/02739 B
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, van 29 december 2017, nummer RK 16/1836, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klaagster], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.